Het programma Luchtruimherziening is ingedeeld in drie fasen. Iedere fase wordt afgesloten met een beslissing door de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie. Zij zijn samen verantwoordelijk voor het programma Luchtruimherziening.
1. Onderzoek (afgerond)
In de onderzoeksfase is veel contact geweest met belanghebbenden, zoals provincies, omwonenden van luchthavens en de luchtvaartsector. In gesprekken en bijeenkomsten hebben we gezamenlijk onderzocht hoe de toekomst van luchtvaart eruitziet en wat dat betekent voor een nieuwe indeling van het luchtruim. Ook hebben we gesproken over de manier waarop belanghebbenden betrokken willen worden bij het programma Luchtruimherziening. Deze fase is afgerond met de Startbeslissing Luchtruimherziening (april 2019).
2. Verkenning (afgerond)
In de verkenningsfase zijn alternatieven voor de nieuwe indeling van het luchtruim verkend. De verschillende belanghebbenden werden hierbij betrokken. In deze fase is ook duidelijk geworden welke deelprojecten nodig zijn voor de nieuwe indeling van het luchtruim. Deze fase is afgerond met de Voorkeursbeslissing (oktober 2022).
De Voorkeursbeslissing is onderbouwd met een milieueffectrapport (plan-MER) en een Passende Beoordeling op hoofdlijnen. Het plan-MER laat zien dat de nieuwe indeling en ‘Hoger naderen luchthavens’ samen naar verwachting tot positieve effecten leidt op geluid en uitstoot (CO2 en stikstof). Het plan-MER geeft de effecten voor heel Nederland weer. Bij de uitwerking van de deelprojecten in de ontwerp- en realisatiefase zullen de lokale effecten in beeld worden gebracht. Omdat de deelprojecten gefaseerd worden uitgevoerd, betekent dit dat de nieuwe indeling van het luchtruim een deel van de positieve effecten bevat. ‘Hoger naderen luchthavens’ vindt later plaats en heeft ook positieve effecten op geluid en uitstoot.
3. Ontwerp en realisatie
Met het vaststellen van de Voorkeursbeslissing is de stap gezet naar de volgende fase, de ontwerp- en realisatiefase. Deze fase kent de volgende stappen:
- Schetsontwerp (begin 2025);
- Voorlopig ontwerp (begin 2026);
- Definitief ontwerp (eind 2028);
- Implementatie (eind 2028 - 2030).
Schetsontwerp (begin 2025)
Het kabinet publiceert begin 2025 de plannen voor de nieuwe indeling van het Nederlandse luchtruim (Schetsontwerp).
Het Schetsontwerp beschrijft:
- De begrenzing van het militaire oefengebied in het noorden
- De ligging van de verkeerspatronen van en naar Schiphol, inclusief naderingspunten
- De aansluitingen op het internationale routenetwerk
Voorlopig ontwerp (begin 2026)
Het voorlopige ontwerp vormt de basis voor politieke besluitvorming. Om tot dit voorlopige ontwerp te komen, zal de effectanalyse voor het Schetsontwerp worden geactualiseerd. Ook zullen er samen met de internationale partners digitale simulaties worden uitgevoerd die testen of de nieuwe luchtruimstructuur veilig, haalbaar en werkbaar is voor de luchtverkeersleiding.
Begin 2026 kunnen de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, als bevoegd gezag, op basis van het voorlopige ontwerp een besluit nemen om de implementatie voor te bereiden (‘Besluit tot implementatie’). Daarbij zal het besluit aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
Definitief ontwerp (eind 2028)
Wanneer het besluit tot implementatie is genomen, start de detailuitwerking door de luchtverkeersleidingsorganisaties (LVNL, CLSK en MUAC). Om het ontwerp te toetsen op zijn werkbaarheid worden er digitale simulaties uitgevoerd. Voor de nieuwe indeling van het luchtruim geldt dat deze grootschalig en in samenwerking met internationale partners (met name Duitsland) zullen zijn.
Naast het toetsen van de werkbaarheid worden er ook gedetailleerde veiligheidsanalyses opgesteld per deelproject. Deze veiligheidsanalyses zullen voor goedkeuring aan de toezichthouders (ILT-Luchtvaartautoriteit en Militaire Luchtvaartautoriteit) worden voorgelegd. Daarnaast moet er goedkeuring aan de Duitse toezichthouders worden gevraagd. Na een positief oordeel van de toezichthouders wordt het definitieve ontwerp vastgesteld.
Implementatie (eind 2028-2030)
Na het vaststellen van het definitieve ontwerp kan de wijziging formeel worden vastgelegd. De luchtruimwijzigingen worden in de Staatscourant en de Luchtvaartgids (AIP) gepubliceerd. Het publicatieproces loopt parallel aan de invoering van de wijzigingen in de systemen voor luchtverkeersleiding en de opleiding van luchtverkeersleiders. De exacte planning van de implementatie is mede afhankelijk van de implementatieplanning in Duitsland.
Hoger naderen luchthavens
De nieuwe indeling van het luchtruim draagt ook bij aan het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit rond de luchthavens. De nieuwe indeling biedt de basis om het vliegverkeer de luchthavens hoger te laten aanvliegen en zoveel mogelijk continu te laten dalen. Dit geldt voor het laatste deel van de vlucht: 15 tot 45 km voor de luchthaven.
Begin 2025 wordt samen met het Schetsontwerp de zogenoemde Startnotitie gepubliceerd voor de projecten ‘Hoger Naderen Luchthavens’. Daarin worden de eerste stappen voor deze projecten beschreven. Hoger naderen en continu dalen worden pas ingevoerd na de implementatie van de nieuwe indeling van het luchtruim.
In 2025 wordt er in het huidige luchtruim met een leertraject gestart. Dit leertraject start op Schiphol, op één landingsbaan. Zowel bij het leerproject als het vervolg worden omwonenden en andere betrokkenen meegenomen.