De Rijksoverheid en de luchtverkeersleidingsorganisaties maken samen een nieuwe indeling van het luchtruim waarin zij vastleggen hoe en waar gevlogen kan worden. Daarbij staan de volgende doelen centraal:

Geschikte militaire oefenruimte

De Koninklijke Luchtmacht heeft behoefte aan een groter aaneengesloten oefengebied voor de nieuwe F-35’s. De F-35 is een heel ander vliegtuig dan de F-16, met meer technologie en sensoren die over grotere afstanden kunnen ‘kijken’. Het huidige oefengebied in het noorden wordt uitgebreid om beter te kunnen oefenen en de gevechtsgereedheid van de Nederlandse luchtmacht te borgen. De oefengebieden in het zuiden en oosten van het Nederlandse luchtruim worden opgeheven.

Minder uitstoot en korter vliegen

Het uitgangspunt van de nieuwe indeling van het luchtruim is  dat (civiele) vliegtuigen zo kort mogelijk kunnen vliegen. Dit sluit aan bij de doelstelling van Single European Sky. Korter vliegen zorgt ervoor dat er minder brandstof wordt verbruikt en er minder schadelijke stoffen, zoals CO2 en stikstof, worden uitgestoten.

Betere leefomgevingskwaliteit rond luchthavens

Door vliegtuigen hoger te laten naderen en meer geleidelijk te laten dalen kan in de buurt van luchthavens (in een straal van 15 tot 45 kilometer) zowel het geluid op de grond als de uitstoot worden verminderd.  

Voorwaarden

Uiteraard staat in de nieuwe luchtruimindeling de veiligheid voorop. Ook moet de nieuwe indeling aansluiten op het luchtruim en de luchtverkeersleiding van onze buurlanden. Tot slot vindt de nieuwe indeling van het luchtruim plaats binnen de bestaande beleidskaders voor militaire en civiele luchtvaart.