Nederland moet aantrekkelijk blijven om in te wonen en te werken. In de buurt van vliegvelden kunnen vliegtuigen zorgen voor geluidsoverlast en vervuiling. Dat moet minder worden. Het kabinet vindt dat er een nieuw evenwicht nodig is tussen een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving en goede verbindingen met de belangrijke plekken in de wereld.
Om deze balans te vinden moeten de voor- en nadelen van luchtvaart goed tegen elkaar worden afgewogen. Dit bepaalt hoeveel ruimte er is voor luchtvaart in Nederland.
Maatregelen
Het kabinet neemt verschillende maatregelen voor een gezondere leefomgeving. Ook de luchthavens nemen maatregelen om lokale overlast te beperken. Lees hieronder welke dat zijn en hoe ze worden uitgevoerd.
Minder geluidsoverlast
Omwonenden van luchthavens en bewoners die dicht bij vliegroutes wonen, hebben soms last van het geluid van vliegtuigen. Voor het bedenken van goede oplossingen is het eerst nodig te weten wat de oorzaken zijn van deze overlast en waar deze uit bestaat. Ligt het bijvoorbeeld aan het aantal vliegtuigen dat overvliegt (overvliegfrequentie)? Of zit er te weinig tijd tussen de vluchten en ontbreken er dus rustmomenten?
Op verzoek van de Rijksoverheid werden vragen gesteld over geluidhinder in 2020 door GGD’s in de regio’s rond de luchthavens. Omwonenden konden in uitgebreide vragenlijsten aangeven hoeveel hinder werd ervaren. Dit onderzoek wordt iedere vier jaar herhaald. Het RIVM zal vervolgens met de resultaten onderzoeken hoe de hinder beter voorspeld kan worden. Zo kunnen we bij het maken van nieuw beleid gerichte maatregelen nemen om de overlast te verminderen.
Nachtvluchten kunnen tot een verstoorde slaap leiden, wat negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid. Daarom wil het kabinet minder nachtvluchten tussen 23.00 en 7.00 uur op Schiphol. En op regionale luchthavens waar nachtvluchten worden uitgevoerd. De vluchten mogen ook niet verschuiven naar de randen buiten de nacht: tussen 22.00-23.00 uur en 7.00-8.00 uur. Dit moet de overlast verminderen voor omwonenden van de luchthaven.
Eindhoven Airport stopte in 2020 met geplande vluchten tussen 23.00 en 7.00 uur. Ook op Rotterdam The Hague Airport daalde het aantal geplande nachtvluchten. Deze luchthaven blijft wel de uitwijkplek voor vliegtuigen die niet op Schiphol kunnen landen. Daar staat tegenover dat de regels om te ’s nachts mogen landen op Rotterdam The Hague Airport strenger worden.
Het kabinet volgt hiermee het advies Luchtvaartbeleid, Een nieuwe aanvliegroute van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) van april 2019.
In de Luchtvaartnota 2020-2050 is besloten dat er een nieuw stelsel van regels en maatregelen moeten komen die de geluidsoverlast rond de luchthavens duidelijk vermindert. En ook beter aansluit bij de ervaren overlast van de omwonenden.
Belangrijk voor de ontwikkeling van het nieuwe geluidsstelsel zijn:
- het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2018) over geluid. De WHO adviseert om passende maatregelen te treffen zodat de negatieve gezondheidseffecten van omgevingsgeluid door wegen, spoorwegen, luchtvaart en windmolens verminderen.
- de onderzoeken over geluid en hinderbeleving uit de ‘Programmatische aanpak meten (en berekenen) vliegtuiggeluid’ (PAMV)
- de aansluiting van het geluidstelsel voor vliegverkeer op de Omgevingswet (en omgekeerd) waarin de geluidstelsels voor weg- en railverkeer staan. Weg-, rail- en vliegverkeer hebben gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkelingen die in een gebied mogelijk zijn.
Op dit moment werkt de Rijksoverheid het nieuwe stelsel voor vliegtuiggeluid uit. Het doel is om dit over een paar jaar definitief in wet- en regelgeving vast te leggen.
De Rijksoverheid deelt het luchtruim opnieuw in. Dit zorgt voor een slimmere verdeling van de ruimte voor vliegverkeer, maar ook voor een betere leefomgeving. Zo veranderen bijvoorbeeld de aanvliegroutes voor Schiphol. Dit geeft vliegtuigen de ruimte om hoger aan te vliegen en later te dalen, waarbij piloten minder gas hoeven te geven en minder hoeven te remmen. Dit betekent minder geluid en uitstoot van CO2. Tot en met 6.000 voet (1.828 meter) krijgt het verminderen van geluid voorrang bij de nieuwe indeling van het luchtruim.
Lees meer over de nieuwe indeling van het luchtruim.
De Rijksoverheid staat niet langer toe dat de meest lawaaiige vliegtuigen op burgerluchthavens mogen landen of opstijgen. We noemen dat ‘marginaal conforme vliegtuigen’. Denk aan toestellen als de Airbus A300 en oudere versies van de Boeing 747. Deze worden soms nog als vrachtvliegtuig gebruikt, maar vaak zijn ze al vervangen door nieuwere vliegtuigen. Van tijd tot tijd verandert de EU de definitie voor ‘marginaal conform vliegtuig’ (verordening Balanced Approach). Hierdoor komen er meer vliegtuigtypes onder te vallen.
Op verschillende luchthavens betalen lawaaiige en meestal ook vervuilende vliegtuigen een hoger haventarief. Luchtvaartmaatschappijen met stillere en schonere vliegtuigen betalen minder. In de nacht zijn de tarieven hoger.
De Rijksoverheid bepaalt de grenzen voor vliegtuiggeluid rond luchthavens in luchthavenbesluiten met berekeningen. Want deze hebben voordelen ten opzichte van metingen. De eisen die worden gesteld aan betrouwbare metingen sluiten meetposten op veel locaties uit. Terwijl tegelijkertijd meetresultaten op korte afstand van elkaar zo sterk kunnen verschillen dat overal meetposten noodzakelijk zouden zijn. Daarnaast is het onmogelijk metingen voor een toekomstige situatie uit te voeren. Berekeningen zijn en blijven de basis voor besluiten over de (toekomst van) luchtvaart.
Maar dit sluit het gebruik van metingen om berekeningen te verbeteren niet uit. Weliswaar verstoren andere geluidbronnen, wind en regen de metingen, ook berekeningen zijn niet perfect. In een geluidmodel worden aannames gedaan, bijvoorbeeld over het weer. Daardoor verschillen de uitkomsten van gemeten en berekend geluid. De Rijksoverheid wil de resultaten van berekeningen beter op metingen laten aansluiten. Hierdoor neemt het vertrouwen verder toe in de berekeningsresultaten. Bestuurders, luchthavens en omwonenden kunnen dan spreken over de gevolgen van luchtvaart op basis van feiten.
Minder uitstoot
Te veel uitstoot van stikstof door vliegtuigen kan de natuurlijke ontwikkeling van planten en dieren verstoren. In de natuur maakt stikstof de bodem voedselrijk. Dat lijkt positief. Maar planten die leven op voedselarme grond verdwijnen dan. En dieren die van deze planten leven, verdwijnen hierdoor ook. In Europa gelden afspraken over het beschermen van bedreigde natuur. Nederland heeft ruim 160 van deze Natura 2000-gebieden.
De Nederlandse luchtvaart is maar voor een klein deel verantwoordelijk van de stikstof die de bodem bereikt. Dat neemt niet weg dat de sector moet meehelpen om de totale stikstofuitstoot te verlagen. Dat gaat op drie manieren:
- Een aanpak die voor de hele luchtvaartsector geldt. Dus niet alleen het vliegen zelf, maar ook de luchthavenactiviteiten op de grond worden bijvoorbeeld hierin meegenomen.
- Een internationale agenda
- Het opzetten van projecten om de neerslag van stikstof te verminderen. Deze projecten volgen de huidige wettelijke regels.
Het Rijk werkt de sector-brede aanpak en internationale agenda verder uit in het Actieprogramma stikstofemissie-reductie.
Lees meer over maatregelen om de uitstoot van vliegtuigen te verminderen.
Lees meer over de feiten en cijfers van luchtvaart en stikstof.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil dat de leefomgeving rond luchthavens verbetert, en de lucht schoner wordt. Het is belangrijk om te weten in welke mate vliegtuigen bijdragen aan de totale uitstoot van schadelijke stoffen. Daarom is onderzocht welke schadelijke stoffen de luchtvaart uitstoot en wat voor invloed deze stoffen hebben op de lokale luchtkwaliteit.
In december 2023 zijn onderzoeksrapporten verschenen over de leefomgevingskwaliteit op en rond luchthavens. Er is gekeken naar de bijdrage van luchtvaart aan lokale luchtkwaliteit en naar de verspreiding en concentraties van zeer zorgwekkende stoffen, op en rondom Nederlandse luchthavens.
Lees meer over de onderzoeken naar de bijdrage van vliegtuigen aan uitstoot.
Vliegtuigen stoten bij de verbranding van brandstof vervuilende stoffen uit, zoals fijnstof en ultrafijn stof. De stofuitstoot van een vliegtuig bestaat vooral uit ultrafijnstof.
Er is nog weinig bekend over de invloed van ultrafijnstof op de gezondheid. Daarom startte het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in 2017 een onderzoek op verzoek van het Rijk.
In het ‘Onderzoekprogramma gezondheidsrisico’s ultrafijn stof rond Schiphol’ is de afgelopen 5 jaar onderzocht wat de gevolgen zijn voor de gezondheid als mensen een korte of lange tijd ultrafijn stof inademen. Uit het onderzoek kwamen de volgende resultaten:
- Voor lange tijd in aanraking komen met ultrafijn stof van vliegverkeer heeft mogelijk effect op het hart- en vaatstelsel. In gebieden met hoge concentraties zijn bijvoorbeeld meer mensen medicijnen tegen hartaandoeningen gaan gebruiken dan in gebieden met lage concentraties.
- Het inademen van ultrafijn stof bij zwangere vrouwen heeft mogelijk een nadelig effect op de ontwikkeling van ongeboren kinderen.
- Er is geen bewijs dat het langere tijd inademen van ultrafijn stof van vliegverkeer de oorzaak is van aandoeningen aan de luchtwegen, zoals astma en longkanker.
- Er is onvoldoende bewijs gevonden voor effecten op het zenuwstelsel, waaronder Parkinson en ADHD bij kinderen.
- Als mensen een korte tijd ultrafijnstof inademen, kan dit wel bestaande aandoeningen aan de luchtwegen verergeren. Zo hadden kinderen op dagen met hoge concentraties meer klachten aan de luchtwegen, zoals kortademigheid en piepende ademhaling.
De resultaten ondersteunen eerdere conclusies van de Gezondheidsraad. Ze vergroten ook het inzicht in de mogelijke gevolgen van ultrafijn stof op de gezondheid. De onderzoeksmethoden en resultaten zijn getoetst door een internationale wetenschappelijke adviescommissie.
Het RIVM heeft op 20 juni 2022 de eindrapportage aan de bewindspersonen van IenW aangeboden. In de Kamerbrief waarmee het rapport aan de Kamer is aangeboden staat welke maatregelen al zijn genomen om minder ultrafijn stof uit te stoten en welke maatregelen worden overwogen of onderzocht. Lees de Kamerbrief bij eindrapportage onderzoekprogramma RIVM naar blootstelling en gezondheidseffecten ultrafijn stof luchtvaart omgeving Schiphol op Rijksoverheid.nl.
Meer weten over Schiphol en leefomgeving? Lees de laatste ontwikkelingen rond de luchthaven Schiphol.
Wat zijn de gevolgen voor de omgeving als Lelystad Airport geopend wordt voor commercieel vliegverkeer? Dat gaat het RIVM onderzoeken in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het RIVM zal in het onderzoek onder andere dit meten:
- geluid onder vliegroutes
- geluidsoverlast die omwonenden ervaren
- uitstoot van ultrafijnstof
- gevolgen van vliegverkeer op de gezondheid
Het onderzoek begint met een nulmeting. Dat is een meting die bepaalt hoe de situatie is voordat Lelystad Airport open is en er vluchten worden uitgevoerd. Deze zal dan vergeleken worden met metingen na de opening. Het onderzoek start als de Rijksoverheid besluit dat Lelystad Airport open gaat voor commercieel vliegverkeer. Dit zal niet eerder dan half 2024 zijn.
Lees meer over de ontwikkelingen rond Lelystad Airport.
Verhogen kwaliteit leefomgeving
Het kabinet heeft Schiphol gevraagd een omgevingsfonds te ontwikkelen. Uit dit fonds kunnen maatregelen worden betaald om overlast bij omwonenden te verminderen. Het geld uit het fonds kan ook worden gebruikt om de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven te verbeteren. Bijvoorbeeld voor gebiedsontwikkeling rond de luchthaven op plekken waar woningbouw niet is toegestaan.
Schiphol heeft hiervoor een voorstel gedaan en werkt nu samen met het Rijk aan de oprichting van het omgevingsfonds. Tot die tijd kunnen mensen die overlast ervaren terecht bij Stichting Leefomgeving Schiphol.
De vliegvelden in Nederland liggen dichtbij gebieden waar mensen wonen, werken en ontspannen. Tegelijk is in de buurt van vliegvelden ruimte nodig voor bijvoorbeeld woningbouw. Vanwege de veiligheid en gezondheid mogen er weinig woningen bij komen rondom vliegvelden. Schiphol, Rotterdam The Hague Airport en Eindhoven Airport liggen in regio’s waar veel vraag is naar nieuwe woningen.
Vooral rond Schiphol zijn er weinig mogelijkheden voor woningbouw. Hierbij horen ook kleinschalige ontwikkelingen in dorpen rond de luchthaven die hun voorzieningen op peil willen houden en ruimte zoeken voor verschillende bewonersgroepen. Zoals de doorstroom naar ouderenwoningen en de instroom van jongeren.
De overheid verkent samen met regionale overheden de mogelijkheden voor meer ruimtelijke ontwikkelingen rond burgerluchthavens, bijvoorbeeld voor nieuwe woningen. Dit zogeheten 'maatwerk' gebeurt binnen de regels voor veiligheid en gezondheid en in lijn met de Omgevingswet.
In de samenleving en in de Kamer is de afgelopen jaren in toenemende mate aandacht voor de gezondheidseffecten van luchtvaart. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hecht veel waarde aan verbetering van de leefomgevingskwaliteit rondom de luchthavens. In de Luchtvaartnota 2020 – 2050 is de ambitie geformuleerd om te sturen op vermindering van negatieve gezondheidseffecten van luchtvaart. Naast geluid kijkt het ministerie naar de effecten van uitstoot van vliegtuigen. Het is belangrijk om te weten in welke mate vliegtuigen bijdragen aan de totale uitstoot van schadelijke stoffen. Hiervoor is onderzocht welke schadelijke stoffen de luchtvaart uitstoot en in hoeverre luchtvaart bijdraagt aan de totale hoeveelheid uitstoot op en rond luchthavens.
Lees meer over de onderzoeken naar de uitstoot van vliegtuigen.
In de lucht zitten kleine stofdeeltjes. Bijvoorbeeld zout uit verdampt zeewater, pollen van planten en zand. Dat heet fijnstof. Het grootste gedeelte (bijna 75-80%) van het fijnstof ontstaat door menselijk handelen. Ongeveer 30% van al het fijnstof komt van het verkeer en vervoer. In 2018 kwam 0,2% van de uitstoot van fijnstof in Nederland door de luchtvaart. Dit blijkt uit cijfers van de website Emissieregistratie.nl. Rond de vliegvelden in Nederland is de hoeveelheid fijnstof hetzelfde of lager dan die van het verkeer op snelwegen.
Bekijk de kaarten met de hoeveelheden fijnstof in Nederland op de website Atlasleefomgeving.nl.
Schade door fijnstof
Het inademen van fijnstof is niet goed voor de gezondheid. Zowel in kleine als grote hoeveelheden kan het zorgen voor problemen met hart, bloedvaten en luchtwegen. Lees meer informatie over het effect van fijnstof op de gezondheid op de website van het RIVM.
Verschil fijnstof en ultrafijn stof
Fijnstof (particulate matter, PM) bestaat uit kleine deeltjes die in de lucht zweven en ingeademd kunnen worden. Fijnstof wordt meestal ingedeeld in deeltjes die kleiner zijn dan 10 (PM10) en kleiner dan 2,5 micrometer (PM2,5). 1 micrometer is 1000 keer kleiner dan een millimeter. De stofdeeltjes zijn niet met het oog te zien. Ultrafijnstof bestaat uit deeltjes die nog kleiner zijn, namelijk kleiner dan dan 0,1 micrometer (PM0,1). Dat is 10.000 keer kleiner dan 1 millimeter.
Europese normen fijnstof
Nederland volgt de regels die de Europese Unie (EU) stelt aan de luchtkwaliteit in de landen. Zo zijn er grenswaarden voor de maximale hoeveelheden fijnstof PM10 en PM2,5 in de lucht. Er zijn geen (inter)nationale normen voor de hoeveelheden ultrafijnstof. Lees meer informatie over de regels voor fijnstof op de website van het RIVM.
Verbeteren van de luchtkwaliteit
Ook diverse andere stoffen in de lucht dan (ultraf)fijnstof zijn niet goed voor de gezondheid, zoals stikstofoxiden en de zogeheten zeer zorgwekkende stoffen. Daarom heeft de overheid al veel maatregelen genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. En het streven is om die luchtkwaliteit nog verder te verbeteren. Daarom is begin 2020 het Schone Lucht Akkoord gestart. Het is een akkoord tussen Rijk, provincies en een groot aantal gemeenten. Samen streven de deelnemende partijen naar een gezondheidswinst van minimaal 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016.