Vragen en antwoorden Luchtruimherziening
Achtergrond herziening luchtruim
Alle veranderingen in het vliegverkeer van de afgelopen dertig jaar maken modernisering van het luchtruim noodzakelijk. De Koninklijke Luchtmacht heeft behoefte aan een groter aaneengesloten oefengebied voor de nieuwe F-35’s. Het oefengebied in het zuiden is voor de F-35 namelijk te klein. Daarnaast willen we dat er in ons luchtruim zo kort mogelijk gevlogen wordt waardoor er minder brandstof wordt verbruikt en de uitstoot van schadelijke stoffen (zoals CO2 en stikstof) vermindert. Door vliegtuigen meer geleidelijk te laten dalen kunnen we bovendien het geluid op de grond verminderen.
In 2017 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin het kabinet werd opgeroepen om zo snel mogelijk een luchtruim¬herindeling uit te voeren. In 2018 startte het programma Luchtruimherziening onder verantwoordelijkheid van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie (het bevoegde gezag). Het programma wordt uitgevoerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Defensie, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC) en de Koninklijke Luchtmacht.
De Rijksoverheid en de organisaties voor luchtverkeersleiding maken samen een nieuwe indeling van het luchtruim waarin zij vastleggen wie wanneer en waar vliegt. Wat houden de aanpassingen in?
- Het militaire oefengebied in het noorden van het Nederlandse luchtruim wordt uitgebreid. Door deze uitbreiding verdwijnt het huidige militaire oefengebied voor dagelijks gebruik in het zuiden van het Nederlandse luchtruim.
- Door het opheffen van het huidige militaire oefengebied in het zuiden, worden kortere routes voor burgerluchtvaart naar onze luchthavens mogelijk. Nu komen vliegtuigen uit het noordoosten en zuidoosten nog boven het oosten van Flevoland bij elkaar. Het programma Luchtruimherziening onderzoekt of vliegtuigen uit het zuidoosten straks in een rechtere lijn naar Schiphol kunnen vliegen. Dat heeft een aantal voordelen: het is sneller, bespaart brandstof en vermindert de CO2-uitstoot.
- Bovendien maakt deze nieuwe indeling van het luchtruim het mogelijk dat vliegtuigen vaker en langer vaste routes kunnen volgen bij het landen en vaker continu kunnen dalen. Daardoor kunnen vliegtuigen de luchthavens hoger aanvliegen. Ook zijn ze eerder op grotere hoogte wanneer ze vertrekken. Dat vermindert het geluid op de grond.
- Bij het dalen kunnen vliegtuigen straks ongehinderd dalen in plaats van ‘stapsgewijs’. Dat scheelt in geluid en uitstoot van schadelijke stoffen boven woon- en natuurgebieden rond luchthavens.
Door de herziening van het luchtruim kunnen piloten gebruik maken van vaste naderingsroutes waarover zij meer geleidelijk kunnen dalen. Dit wordt een continuous descent operation (CDO) genoemd. Dat zorgt ervoor dat piloten dicht bij de luchthaven hoger kunnen vliegen en ongehinderd kunnen dalen, waarbij ze minder motorvermogen gebruiken. Motoren die minder hard draaien, produceren minder geluid en minder CO2-uitstoot.
De Luchtruimherziening kijkt naar het landend én stijgend vliegverkeer. We spreken vaker over landend vliegverkeer, omdat de herindeling van het luchtruim zorgt voor het meer geleidelijk kunnen dalen (CDO). Daardoor gebruiken piloten minder motorvermogen bij de landing. Deze manier van landen zorgt voor minder geluid en uitstoot. In de routes en procedures voor het opstijgende vliegverkeer worden minder wijzigingen verwacht, omdat opstijgen nu al vaak gelijkmatig en efficiënt gebeurt.
Om hoger (minder geluid voor omwonenden) en kortere routes (minder uitstoot van schadelijke stoffen) te kunnen vliegen wordt een vierde naderingspunt (Initial Approach Fix) voor Schiphol onderzocht. In Europa is afgesproken dat we gezamenlijk naar een verbeterd luchtruim gaan, waarbij we zo min mogelijk omvliegen. Het programma Luchtruimherziening onderzoekt of daarvoor een vierde naderingspunt wenselijk is. Deze optie is mogelijk doordat het militaire oefengebied voor dagelijks gebruik in het zuidoosten van Nederland verdwijnt. Hierdoor zal het vliegverkeer vanuit het zuidoosten mogelijk een kortere route naar Schiphol kunnen vliegen. Dit zou leiden tot minder omvliegen en minder vertragingen, oftewel minder uitstoot van schadelijke stoffen per vliegtuigbeweging.
De nieuwe indeling van het luchtruim gaat over hoe en waar kan worden gevlogen, niet over hoeveel vliegtuigen er vliegen. Het is een politiek besluit om Schiphol te laten groeien of krimpen. Dat wordt in het Luchthavenverkeersbesluit van Schiphol vastgelegd. Het is geen onderdeel van het programma Luchtruimherziening.
Nederland heeft een groter aaneengesloten militair oefengebied nodig om beter te kunnen oefenen met onder andere de F35-jachtvliegtuigen. Dit zorgt voor een goed getrainde luchtmacht die nodig is voor de verdediging van Nederland.
Ondanks intensief gebruik van simulatoren en oefeningen in het buitenland, zijn er momenteel onvoldoende mogelijkheden binnen Nederland. De uitbreiding is nodig voor de geoefendheid van de F35-piloten. Ook is extra capaciteit nodig voor tijdelijke stationering van gevechtsvliegtuigen van bondgenoten (‘bed-down’). En voor tactische spreiding van eigen gevechtsvliegtuigen en van bondgenoten. Daarnaast is extra capaciteit nodig vanwege de bijdrage van Nederland aan grootschalige NAVO-oefeningen als Frisian Flag en NATO-flag.
Er wordt regelmatig geoefend in internationaal verband, maar het is niet mogelijk om alle trainingen in het buitenland te doen. Soms moeten piloten bijvoorbeeld samen oefenen met militairen op de grond. Bovendien moeten piloten vertrouwd zijn met het vliegen boven het nationale grondgebied voor het geval dat inzet binnen de Nederlandse grenzen nodig is. In de nieuwe indeling van het luchtruim wordt gekeken naar samenwerking met Duitsland in een gezamenlijk militair oefengebied in het noorden van Nederland en Duitsland.
Bij de nieuwe indeling van het luchtruim wordt rekening gehouden met Lelystad Airport. Dat betekent dat de nieuwe indeling moet aansluiten op het routenetwerk van Lelystad Airport. Het kabinet heeft aangekondigd om in 2025 een besluit te nemen over de toekomst van Lelystad Airport.
Het is aan het kabinet om de nieuwe indeling van het luchtruim bekend te maken: het schetsontwerp. Daarbij wordt ook in beeld gebracht welke effecten er verwacht worden. Onder andere op geluid en uitstoot van schadelijke stoffen. Het monitoren (in de gaten blijven houden) van effecten nadat het luchtruim is herzien, moet nog uitgewerkt worden.
In december 2024 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de Tweede Kamer met deze brief geïnformeerd over de volgende stappen in het programma Luchtruimherziening. Naar verwachting worden begin 2025 de plannen voor de nieuwe indeling van het luchtruim gepubliceerd (het Schetsontwerp). Gelijktijdig wordt ook de aanpak (de Startnotitie) voor het realiseren van de projecten ‘Hoger naderen luchthavens’ gepubliceerd.
Uiteindelijk nemen de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie een besluit over de herindeling van het luchtruim nadat het Voorlopig Ontwerp is besproken in de Tweede Kamer (naar verwachting begin 2026). Als de plannen doorgaan, moet de luchtruimherziening nog verder worden uitgewerkt. Dat zal een aantal jaren duren.
Participatie en contact
Op de pagina Samenwerken kunt u meer lezen over de participatie. Bij publicatie van het Schetsontwerp van de nieuwe indeling van het luchtruim (naar verwachting begin 2025) wordt ook informatie gegeven hoe u betrokken kunt zijn bij de luchtruimherziening.
Het programma Luchtruimherziening wordt uitgevoerd door de volgende organisaties:
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
- Ministerie van Defensie
- Koninklijke Luchtmacht
- Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)
- Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC)
Het bevoegd gezag en daarmee de regiefunctie voor de luchtruimherziening ligt bij de minister van IenW en de staatssecretaris van Defensie.
De Tweede Kamer heeft in juni 2024 een motie aangenomen om een externe commissie van experts en omwonenden in te stellen. Deze externe commissie zal “de nut en noodzaak van een vierde aanvliegroute […] naar Schiphol, beoordelen in het licht van de veranderende omstandigheden”.
De externe commissie gaat na publicatie van het Schetsontwerp (begin 2025) van start. De externe commissie wordt verzocht om de nieuwe indeling van het luchtruim integraal te beoordelen en advies aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie te geven. Begin 2026 wordt het voorlopige ontwerp van de nieuwe indeling van het luchtruim aan de Tweede Kamer voorgelegd. Op basis van het voorlopige ontwerp en het advies van de externe commissie zal politieke besluitvorming plaatsvinden.
De externe commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, een secretaris en een aantal onafhankelijke experts. Representatieve bewonersgroepen worden uitgenodigd om enkele onafhankelijke experts voor te dragen. Ook de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Defensie zullen enkele experts voordragen. De externe commissie zal worden gevraagd om een vertegenwoordiging van de brede omgeving te betrekken in een klankbordgroep. De exacte samenstelling van de commissie zal bij de publicatie van het Schetsontwerp aan de Tweede Kamer worden gemeld.
Vragen over de inhoud van het project of de documenten? Stuur een bericht naar luchtvaart-brieven@minienw.nl. Of vul het contactformulier in.